Een uitstervende hobby

Een uitstervende hobbyHet NCRV-programma “Ten einde raad” (bent u vastgelopen in de bureaucratie?) van Annemarie van Gaal leverde onlangs een positieve bijdrage aan het beeld van de zendamateur. Ad Visser, PA3AZT in Sliedrecht probeert al vanaf 2003 van de woningcorporatie Tablis toestemming te krijgen om een draadantenne op het dak van de flat te hangen. De medewerkers van de corporatie laten zich op geen enkele wijze vermurwen, het ene na het andere loze argument wordt uit de kast gehaald om het spannen van het draadje te verbieden.

De old timer (75 jaar, alleenwonend en slecht ter been) heeft al diverse pogingen gedaan om met een balkonantenne op 80 meter uit te komen, maar hij is roepende in de woestijn. Dank zij de inspanningen van Annemarie gaat de corporatie (”de chef” kwam er aan te pas) echter door de bocht en kan PA3AZT door een erkende installateur zijn antenne op het dak laten installeren!

Radiozendamateurs bedrijven een uitstervende hobby

Dat brengt me wel bij het onderwerp van deze column. Alle inspanningen om de jeugd te interesseren ten spijt lijkt het erop dat de radiozendamateurs een uitstervende hobby bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de OM’s bij de meetings, op de rommelmarkten en de praatjesmakers op de band ligt dik boven de 50, jongeren zijn niet te porren voor technische studies en een hobby zoeken waarvoor je eerst een examen moet doen lijkt al helemaal te hoog gegrepen. En als we de buitenstaanders een blik in onze shack gunnen, dan zien ze wanden vol met al of niet zelfgebouwde apparatuur, meters, knoppen, lampjes, stekkers en draad, veel draad.

De shack van PA3AZT in Sliedrechtse flat gaf daar een prachtig voorbeeld van! Wat moet je nu met zo’n rommel op zolder als je eenvoudig met je laptop en mobieltje de hele wereld kunt bereiken? Experimenteren? Alle techniek komt toch tegenwoordig kant-en-klaar van de hoogontwikkelde industrie? Maar gelukkig is er ook een keerzijde, veroorzaakt door de revolutionaire ontwikkeling van de moderne elektronica. Misschien hebben de buitenstaanders het idee dat zendamateurs zijn blijven steken in de 20e eeuw, maar aan dat beeld kunnen we zelf wat aan doen!

Scheepszender

Voorbeelden zijn er volop. Onze zenders zijn niet meer van die grote stalen kleerkasten met forse lampen en tonnen zwaar. De scheepszender (een Noors product type MT250) op de foto levert met twee 813 eindpitten 250 Watt bij anderhalve kuub kastruimte! De moderne set is compact, draagbaar en voorzien van allerlei snufjes om communicatie optimaal mogelijk te maken. Ook hier heeft de digitale revolutie volop toegeslagen, net als bij de consumentenproducten als computer en flat screen televisie.

Computers hebben een vaste plek gevonden bij de meeste zendamateurs en worden gebruikt voor alle mogelijke toepassingen, maar altijd in combinatie met de zendhobby. En welke zendamateur kan nog zonder internet? Niet voor de communicatie, maar voor ondersteuning van zijn echte hobby. En het draait niet allemaal om techniek bij onze hobby, er zijn nog veel aspecten die radio zo interessant maakt. Denk aan noodcommunicatie bij rampen, de sportieve kanten van de hobby als vossenjacht, expedities naar verre landen, eilanden en bergen, de velddagen en JOTA en gewoon het ontmoeten van mensen, in eigenland of ver daarbuiten, met dezelfde interesse.

Keerpunt

Het keerpunt lijkt echter te zijn bereikt. De ARRL, onze Amerikaanse zusterorganisatie, meldt dat het ledental in 2007 met 3,3% is gegroeid (tot 153.535).

Misschien zien nieuwe groepen mensen toch de vele mogelijkheden van onze hobby! Laten wij ze er een handje bij helpen en hen de vele kanten van onze hobby laten zien, kanten waar je misschien niet zo bij stil staat maar die de interesse van de buitenstaanders kunnen wekken! En morse hoef je er niet meer voor te leren (al is het wel mooi meegenomen).

Zoals ik al zei, wat is de zendamateur zonder computer. Voor PSK, RTTY en SSTV, voor het decoderen van morse, voor het loggen en voor de DX-cluster.

CW Skimmer

Met zijn programma CW Skimmer heeft VE3NEA een interessante toevoeging geleverd. Het woord skimmer staat voor schuimspaan, gebruikt voor het afromen van de melk en dat is wat het programma eigenlijk doet. De computer wordt via de geluidskaart aangesloten op de ontvanger, vergelijkbaar met PSK. Binnen de bandbreedte van het bandfilter leest het programma nu alle CW-signalen, decodeert deze in tekst en registreert de calls.

Dat is dus reuze handig voor het split werken van een DXpeditie, je zet het ene VFO op de ontvangstfrequentie van de expeditie en je luistert met het andere VFO met de skimmer een paar kHz hoger. Je ziet dan alle roepende stations voorbijkomen en met enige handigheid vind je snel de plek waarop de expeditie luistert! CW Skimmer kun je downloaden via www.dxatlas.com/cwskimmer/ en gedurende 30 dagen proberen. Daarna moet je je registreren (en betalen?).

Echte DX

Echte DX was er op 19 en 20 januari 2008 te beluisteren tijdens de experimenten van de universiteit van Alaska. Met behulp van de Long Wavelength Array in New Mexico werden op 6792 en 7407 kHz (40 meter) signalen uitgezonden richting maan en de echo’s geregistreerd. De uitzending bestond uit een CW-signaal van 2 seconden, 3 seconden stil, 2 seconden signaal enzovoort. In de stille periode werd het echosignaal beluisterd. K7AGE heeft alles geregistreerd met een Digipanprogramma en het resultaat kun je bekijken op YouTube http://tinyurl.com/2ak3ks.

Leuk om te zien dat het PSK-programma ook voor andere toepassingen kan worden ingezet! Hoewel de retoursignalen van de maan niet op het programma zichtbaar werden gemaakt, kon je de echo’s als geluid prima horen. Het uitgezonden signaal van New Mexico was natuurlijk 599 plus.

73,
Hans, PA0HRM

Dit is een herdruk van PSE QSL bericht 40 zoals ooit in het blad Twente Beam van VERON afdeling Twente verschenen.