Morse – Mijn eerste serieuze ontmoeting met deze mode

Morse - Mijn eerste serieuze ontmoeting met deze modeMijn eerste serieuze ontmoeting met morse was, zoals bij velen van mijn generatie, de morsetest bij de dienstkeuring: . , .. en … , de e, de i en de s. Het leek me niks, dat gepiep, maar na een tijdje raakte ik geïntrigeerd en schreef een regeltje mee. Dat was de laatste, de snelste regel. De wervingsofficier was dat opgevallen en hij schetste me de voordelen van werken bij de verbindingsdienst: weinig tijgeren, een eigen kamer, 200 harde guldens per maand en drie strepen, mits ik de opleiding doorstond.

Eerst leerden we schieten, tijgeren en marcheren

Zo kwam ik eind september 1969 in de opleiding tot dienstplichtig sergeant speccom bij de luchtmacht. De eerste drie maanden werden we opgeleid tot militair: schieten, tijgeren, marcheren e.d. Gelukkig deed ik al meteen een
vriend op: Stef. Hij had, laten we het zo zeggen, een aanwezigheid waar je niet omheen kon. Dankzij hem bleef ik gevrijwaard van de pesterijen waar ik me als brildragende gymnasiast op had voorbereid. Daarna begon het echte werk: leren blind typen, codewerk en morse, seinen en nemen. Stef en ik zaten in een morseklasje van zo’n dertig mannen en twee dames. Vrijwel allemaal beroeps die heel graag bij de verbindingen wilden.

Voor ons was de eis 20wpm

De lessen werden gegeven door zeer ervaren telegrafisten. Af en toe lieten ze horen wat ze écht konden, en dan kwam er een riedel van 30-40 woorden per minuut voorbij. Voor ons was de eis 20 wpm. Het werd een afvalrace. De een
verliet, diepbedroefd, het leslokaal bij de f, de ander strandde op het haakje openen. Uiteindelijk bleven er vijf over van de dertig, waaronder Stef en ik. Stef op wilskracht, hetgeen in zijn gedrongen seinschrift tot uiting kwam; ik, sorry maar oude mannen mogen een beetje opscheppen, fluitend met twee vingers in mijn neus. Ik vond het geweldig, ik leerde een nieuwe taal van grote schoonheid.

Stef ging naar Soesterberg; ik ging naar Duitsland

Morse was een back-up systeem in die tijd; het merendeel van de berichten ging per telex, maar een keer per week deden we alles in morse. Dat waren mijn feestdagen, en Stefje pikte ik er moeiteloos uit. Helaas was het heel erg verboden iets persoonlijks te zeggen in morse. Vorige week stond Stef voor mijn deur, onder zijn ene arm zijn saxofoon, want hij is nog even luidruchtig als toen, en onder zijn andere arm zijn pas geschreven roman, getiteld ‘Balk’. Morse schept vriendschappen voor het leven. Hij vertelde dat hij een morsesleutel had bemachtigd, maar nog geen apparaatje had dat ‘piep’ zegt als je de sleutel indrukt. Ik dacht: da’s een leuk cadeautje
voor mijn oude vriend. Dus legde ik contact met de VERON. Het resultaat is dit verhaal.

Sounders bleken niet eenvoudig te vinden, dus ben ik aan het solderen geslagen, en ik hoop spoedig mijn vriend blij te maken.

Willem Jan Hagens, Lelystad


En dit is het verhaal van Stef

Waarschijnlijk was ik een van de weinige aanstaande dienstplichtige militairen die vrolijk had meegedaan aan het testje morsetekens. Ik heb anders geen idee waarom ik, net als Willem Jan Hagens, in september 1969 terecht kwam bij de Koninklijke Luchtmacht, basisopleiding Gilze Rijen, en vervolgens naar de Luchtmacht Elektronische en Technische School in Deelen, om te worden opgeleid tot specialist communicatie.

Wij konden barakcommandant worden

Het was mooi dat Willem Jan en ik dezelfde opleiding gingen volgen, want in Gilze Rijen waren wij al vrienden geworden. Dat kwam doordat wij alle twee lazen: poëzie en literatuur. Doordat ik iets sportiever was dan Willem Jan (ik haalde bijvoorbeeld met slechts twee anderen van de basisopleiding het militaire lichamelijke vaardigheidsdiploma MET zwemmen, dus insigne in blauw!), ik aardig kon tennissen en vrij grappig was, had ik een zeker gezag in de groep. En omdat Willem Jan en ik onafscheidelijk waren liet de rest ons met rust. In Deelen begon de victorie pas echt. Wij konden barakcommandant worden (vreselijk woord, elk normaal denkend mens krijgt onmiddellijk de meest vreselijke associaties). Dat betekende dat wij verantwoordelijk waren voor het reilen en zeilen in een barak waarin zo’n acht kamers waren met per kamer zes militairen. In ruil daarvoor kregen wij in diezelfde barak een eigen kamer (wat een ongekende luxe is: je bepaalt zelf hoe laat het licht uitgaat, je bepaalt zelf naar welke muziek je luistert en nog zo wat van die persoonlijke zaken waar je het liefst geen pottenkijkers bij wilt hebben).

Iedereen wil vrijdagmiddag graag naar huis

Omdat wij ervan overtuigd waren dat vrijdagmiddag tijdens de inspectie iedereen naar huis wilde en de boel er dan dus ook piekfijn uit zou zien, besloten wij de rest van de week nergens op te letten. Dus als kamers elkaar te lijf gingen met uitgerolde brandslangen, dan deerde ons dat niet. Ik kan me niet herinneren dat we een keer ons waar dan ook mee hebben bemoeid, of geroepen hebben: jongens nu naar bed. Het was merkwaardig dat wij (dienstplichtig) een opleiding kregen van bijna een jaar. Wat een investering. Maar de legerleiding kon niet anders. Er was een NAVO-eis dat de Koninklijke Luchtmacht een x-aantal inzetbare specialisten communicatie in de gelederen had, en met de beschikbare beroepsmilitairen kon aan die eis niet worden voldaan. Er waren niet voldoende mensen bereid of in staat (misschien geldt dat laatste sterker) om morse te leren en dus moesten dienstplichtigen worden ingeschakeld. Om aan de eis van paraatheid te kunnen blijven voldoen moesten wij ook drie keer op herhaling, want dan telden we nog mee als inzetbaar.

Telex was het bespelen van een orgel

Willem Jan vond alles wat met communicatie te maken had fantastisch: typen, vooral op de telex was voor hem als het bespelen van het orgel, spelen met de radio, het opzetten van een verbinding met een verbindingsstation in een vrachtwagen, het veld in, een waslijn spannen als antenne en dan verbinding maken vond hij het einde. Ik had dat minder, al vond ik snel blind typen prachtig en heb ik daar mijn hele leven plezier van gehad, maar het mooiste vond ik dat je kon communiceren met punten en strepen.

Ik seinde hoekig, dat is raar

Ik werd tijdens de opleiding ziek en moest een week missen. De leiding verwachtte dat ik de achterstand niet meer kon inhalen, maar dat was mijn eer te na. ’s Avonds zat ik in mijn eentje de gemiste tekens erin te stampen en ik sloot bijna moeiteloos aan. Willem Jan had een muzikale zwierige manier van seinen; ik seinde hoekig en houterig. Dat was raar, want ik was de jazzmuzikant van ons tweeën, maar dat kon je niet aan ons seinschrift horen. Het viel me op dat de meeste jongens en meisjes niet het geduld hadden om rustig te luisteren en van slag raakten als ze een teken hadden gemist, en daardoor mogelijk een hele rits van tekens. Ook als wij door atmosferische storingen (al dan niet plaagstootjes die door de Russen werden uitgedeeld, althans dat wilde de legerleiding ons doen geloven) even geen idee hadden wat er onze kant op werd geseind, haakten de meesten af. Willem Jan en mij kon dat niet schelen.

Als de ander had aangegeven dat hij klaar was, keken we wat we hadden en natuurlijk vooral naar wat we niet hadden en vroegen daar dan om. Wij vonden het gewoon leuk (en kunnen het nog steeds, het is er zo ingeheid dat het nooit meer uit je systeem gaat). Willem Jan ging naar Duitsland (Geleide Wapens) en ik werd toegevoegd aan het 298 helicopter Squadron dat was gelegerd op Vliegbasis Soesterberg.

Tot slot. Aan het eind van mijn diensttijd trouwde ik en ik wilde dat Willem Jan mijn getuige was. Maar op de datum van het huwelijk had Willem Jan een oefening in Duitsland. Ik schreef naar de baas van de Luchtmacht (ik meen generaal Wolff) een brief waarin ik hem vroeg dit voor mij op te lossen. ‘Het vervullen van de dienstplicht brengt met zich mee dat je ook vriendschappen voor het leven sluit. Ik ga dan en dan trouwen en wil dat mijn vriend Willem Jan, met wie ik dankzij de dienstplicht kennis heb gemaakt en bevriend mee ben geraakt, daarbij is. Graag uw hulp hierbij.’ De reactie was dat Willem Jan bijzonder verlof kreeg van een week, reiskosten werden vergoed en mijn vrouw en ik ontvingen van de generaal op onze huwelijksdag een persoonlijke gelukwens.

Stef de Niet, Den Haag