Hans Remeeus PA1HR stelt zich voor
Sinds enige tijd mag ik lid zijn van het Trafficbureau, als onderdeel van het PACCteam, naast contest-toppers als Marcel Bos PA5M en Aurelio Bellussi PC5A. Sinds kort maak ik ook deel uit van de Evenementencommissie, waarbij ik samen met oud-collega Ad Wouterson PA2PCH tijdens de Dag voor de RadioAmateur de Morse Challenge mag organiseren. Daarnaast ben ik al een aantal jaren voorzitter van de Achterhoekse Radio Amateur Club, de meest gezellige en gemoedelijke afdeling van de VERON.
De eerste kennismaking met de hobby was in de beginjaren 60, toen ik van het geld dat ik voor mijn verjaardag kreeg, een kristalradio kocht. Ik was toen een jaar of tien. Verbaasd vroeg ik mij af hoe dit toch mogelijk was, een middengolfomroepzender kunnen ontvangen met bijna niets. Mijn nieuwsgierigheid was direct gewekt.
Wij woonden in een flat op de derde verdieping in het centrum van Rotterdam. Ik had een goed contact met leeftijdgenoten in de buurt. Die wilden graag contact met elkaar houden, bijvoorbeeld door middel van een intercom. De mogelijkheden om een draad te spannen tussen twee flatgebouwen waren echter nogal beperkt. In een winkel iets verderop stonden twee walkie talkie’s te koop voor 75 gulden. En dat was veel geld als je 12 jaar bent. ‘Geen nood’, zei mijn buurvriend (die blijkbaar beter kon sparen dan ik); die 37,50 gulden mocht ik hem in termijnen terugbetalen. Dit betekende dus een half jaar geen snoep kopen. Ach, je moet er toch wat voor over hebben…
Op de walkie talkie zat geen ruisonderdrukking (ook wel genoemd: squelch). Mijn moeder vroeg mij daarom regelmatig: ‘Hans, mag dat gekras uit?’ Maar het draadloos contact met de buurvriend was geslaagd. Totdat er zich opeens iemand anders meldde tijdens een van onze gesprekken. Wij bleken niet alleen te zijn! Daarna volgden nog enkele experimenten, waarbij de televisiebeelden van vele buren plotseling schokkende bewegingen gingen maken (later bekendstaand als TVI). Toen zich de eerste buren bij mijn moeder meldden, bleek het tijd om een ander pad te bewandelen; lid worden van de VERON en een luisternummer aanvragen (NL425). Het was 1968. Bij Dump Boon aan de Tiendstraat in Rotterdam werd een BC-652 aangeschaft, nog ongebruikt in een soort dik foliepapier. Op het dak van de flat werd iets gemonteerd dat op een antenne leek. De hele wereld leek ineens aan mijn voeten te liggen. Volledig onder de indruk luisterde ik naar radiozendamateurs op de 80m-band en… naar Scheveningen Radio!
Twee jaar later, na de middelbare school, werd ik aangenomen bij de Koninklijke Marine. De bedoeling was dat ik radiotelegrafist zou worden. Voor het eerst kon ik van mijn hobby mijn werk maken. Na 47 jaar is dat nog steeds het geval. Na drie maanden militaire opleiding in Hilversum kwam ik terecht bij de Verbindingsschool in Amsterdam, waar nu het Scheepvaartmuseum gevestigd is. Als NL425 meldde ik mij, met het logboek onder mijn arm, bij het amateurstation van de VBS. Ik klopte aan de deur, die werd open gedaan door een strenge sergeant radiotelegrafist van Indische afkomst. Ik stelde mij voor en mocht meeluisteren met CW-verbindingen die hij op de amateurbanden maakte. De ontvanger was een HRO-60 met spoelbakken. Overdag op school en ’s avonds bij PI1KM (als ik mij de roepnaam goed herinner) werd er druk gehobbyd.
Ik leerde er seinen en nemen, radiotechniek en voorschriften. Na een half jaar werd de opleiding afgerond en moest ik mij onverwacht melden bij de adjudant. Hij vertelde mij dat ik nogal enthousiast was. Dat had hij goed in de gaten. Hij vroeg mij of ik bij Scheveningen Radio wilde gaan werken. Daar hadden zij dringend nieuwe mensen nodig, in verband met de opening van een nieuw gebouw in IJmuiden. Ik dacht dat ik het niet goed gehoord had; er werd mij ineens iets heel moois in de schoot geworpen. Omdat ik al een leuke opleiding achter de rug had, 15 wpm kon seinen en nemen én… radioamateur was, werd ik snel aangenomen bij PCH. Het was 16 augustus 1971.
Mijn eerste werkdag zal ik nooit vergeten. Ten eerste kwam ik een half uur te laat (later is dat vaker voorgekomen) en ten tweede mocht ik plaatsnemen in een groot lokaal waarin zich 34 leeftijdgenoten bevonden; 30 jonge dames en 4 tienerjongens zoals ik. Wij werden verdeeld in groepen in de verhouding van 1 op 7. Dat beloofde wat… De dag erop mocht ik voor het eerst meeluisteren op de telefoniezaal. Ik zag tientallen splinternieuwe schitterend mooie ontvangers (Siemens E311), die werden bediend door tientallen (merendeels jonge) dames die soms nog mooier bleken dan de ontvangers. Ik dacht even dat ik droomde. Het bleek echter realiteit te zijn. Ik heb daar tot 1989 mogen werken. Inmiddels zat ook NL425 niet stil. Er werden al snel contacten gelegd met radiozendamateurs in de omgeving (Jan Visser PA0JVY) en voor ik het wist was ik ineens secretaris van de VERON-afdeling Haarlem. Voorzitter was Kees Priem PA0GG, en penningmeester Frits Faber PA0DEF. De mannen achter de Benelux DX QRP Club. Dat waren nog eens tijden!
De periode bij PCH was, in de 40 jaar dat ik bij KPN gewerkt heb, natuurlijk de allermooiste! Het heeft ook de basis gelegd tot de verdere loopbaan, die eigenlijk altijd wel in het teken gestaan heeft van draadloze telecommunicatie. In 1994 ging ik bij KPN Mobiel werken. Tot 2010 was ik daar accountmanager waarbij ik complexe mobiele dienstverlening verkocht aan klanten als Philips, Akzo Nobel en KLM. Als een van de allerlaatsten kon ik na 40 jaar gebruikmaken van een soort VUT-regeling. Daarna ging ik door als zelfstandig onafhankelijk adviseur in de telecommunicatie en dat doe ik nog steeds. Het plan is om in 2020 daarmee te stoppen, wanneer ik recht krijg op AOW. Na 50 jaar werken lijkt het mij dan wel voldoende.
Toen ik in 1985 Chef Radioverkeer bij PCH werd, vond ik dat het ook tijd geworden was om NL425 om te zetten naar iets volwaardigs. Het werd PA3EZQ. Bij Joep Sterke PA0UM werd een Yaesu FT-290RII aangeschaft. Overdag zat ik aan de 10 kW van PCH op de 12 MHz en ’s avonds met 2,5 watt op 144,060 MHz. Ach ja, soms is het wat behelpen, ha, ha! Later kwam daar een tweedehands Sommerkamp FT-101ZD bij en zigzaggend door de tuin iets dat op een 2 x 10 meter lange dipool leek, met een stuk RG-58 eraan. Maakt niet uit, er konden veel CW-verbindingen gelegd worden op 14 MHz met 559 als gemiddeld rapport; ik was er blij mee. Het was natuurlijk zoveel anders dan op PCH met professionele apparatuur, maar minstens zo leuk!
De fascinatie voor de HF-banden is gebleven, hoewel het experimenteren op de hogere banden (2m, 70cm, 23cm en 13cm) bijvoorbeeld met packetradio ook heel interessant en leerzaam was. Op die hogere banden doe ik eigenlijk nog maar bar weinig. APRS in de auto en af en toe wat DMR op 70cm. In 2007 verhuisden wij vanuit de Randstad naar de Achterhoek, waarbij iets andere antennes mogelijk bleken… Al tien jaar maak ik gebruik van een horizontale deltaloop voor alle HF-banden en een 21 meter lange vertical voor 160/80/60/40 meter. Het begon met een deltaloop van 120 meter lengte tussen drie houten palen. Twee jaar geleden heb ik dit gewijzigd naar een deltaloop van 160 meter tussen drie hoge bomen. Samen met een ANAN-200DE SDR en een eindtrapje leidt dit tot zeer bevredigende resultaten op alle HF-banden, ook tijdens contesten.
Mijn eerste PACC-contest was in 2001, waaraan ik eigenlijk alleen in de CW-mode deelneem met heel af en toe de Mixed categorie. De PABekercontest doe ik ook graag en tussendoor nog wat grotere of kleinere internationale CW-contesten. Hoogtepunten van het contesten vind ik in 2009 het winnen van de PA-Beker en in 2012 de eerste plaats bij de Oostenrijkse 160m CW-contest; blijkbaar word ik daar ook nog goed gehoord. Nu wij het toch over Oostenrijk hebben, onder mijn tweede roepnaam OE3JRC ben ik soms SOTA-actief op ongeveer 3000 meter hoogte, met een Elecraft KX3 in de rugzak.
Een echte DX’er ben ik niet. Landen verzamelen doe ik niet aan. Ik vind het heel leuk als het toevallig een keer op mijn pad komt, maar ik zal niet wakker blijven voor een nieuw landje. CW-contesten vind ik zeer fascinerend en zelfs na 50 jaar ervaring op de HF-banden buitengewoon leerzaam. De jarenlange en soms zeer intensieve professionele ervaring bij Scheveningen Radio kan ik tijdens contesten en het wekelijks leiden van het Nederlandstalig Amateurnet natuurlijk heel goed gebruiken. Gewoon een gezellig praatje op 80m over de radiohobby gaat er ook nog steeds in.
Volgend jaar wil ik gedurende een aantal maanden de roepnaam PA50HR gebruiken, omdat het dan 50 jaar geleden is dat ik lid van de VERON werd. De radiohobby vind ik nog steeds even leuk en indrukwekkend als de eerste dag. Iedereen wens ik daarbij heel veel plezier en succes toe!
Hans Remeeus PA1HR